Bestuur Argon reageert op misbruikzaak
Mijdrecht - Het bestuur van Argon heeft, voor het eerst, gereageerd op de misbruikzaak, waarin een voormalige basketbaltrainer van die club is veroordeeld tot 3,5 jaar cel en tbs met dwangverpleging. Onder de kop 'Reactie bestuur op een onverkwikkelijke zaak', heeft het Argon- bestuur de volgende verklaring geplaatst:
'Het is u waarschijnlijk niet ontgaan dat de naam Argon de afgelopen maanden een aantal keren negatief in het nieuws was. Dit had te maken met de rechtszaak van een voormalige basketbaltrainer, die in 2005 de vereniging verlaten heeft.
D.m.v. deze publicatie geeft het bestuur een reactie op deze zaak.
De voormalige trainer/coach is inmiddels veroordeeld voor het plegen van onzedelijke handelingen bij een aantal jeugdleden. Dit voorval speelde rondom de eeuwwisseling en pas recent hebben de slachtoffers aangifte gedaan waardoor alles boven water is gekomen.
Na zijn arrestatie is gebleken dat hij zich vanaf oktober 2015 tot zijn arrestatie, begin 2016, bezig hield met het benaderen van jonge jongens via internet en hen onzedelijke handelingen liet doen voor de webcam waarbij hij de beelden opnam.
Ten tijde van deze vreselijke gebeurtenissen was het bestuur niet op de hoogte dat dit zich binnen onze vereniging heeft afgespeeld. Dat dit onder de “ogen” van ons en van de ouders heeft plaats gevonden is natuurlijk verschrikkelijk. Wij betreuren het ten zeerste dat dit (ex-)leden is overkomen.
Argon heeft in 2009 de Normen en Waarden Commissie opgericht. Deze commissie is nog steeds actief, alsmede de twee vertrouwenspersonen die zijn aangesteld. Echter door deze zaak zijn wij ons bewust dat wij actief moeten blijven kijken of alles nog wel de toets “veilig” van de huidige tijd kan doorstaan, en zullen daar waar noodzakelijk, aanpassingen in ons beleid doorvoeren.
Wij zullen ook op schakelen met sportkoepel NOC/NSF en Mulier Instituut die “veilig sporten” juist nu onder aandacht van de verenigingen brengen. Wij kunnen niet alles voorkomen, maar wel zoveel mogelijk proberen dat dit soort excessen niet meer zullen plaats vinden.
Het bestuur wil tot slot benadrukken dat ze deze zaak ten diepste betreurt en betuigt haar steun aan de slachtoffers en hun familie.
Uiteraard zijn wij bereid om een nadere toelichting te geven indien daar behoefte aan is.
Het bestuur'