Het Openbaar Ministerie eist 7 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging tegen een 43-jarige man die vorig jaar opbiechtte dat hij veertien jaar geleden een fatale brand in een stomerij in Mijdrecht heeft gesticht. De 75-jarige eigenaar, die boven de zaak woonde, kwam daarbij om het leven. Verdachte Lothar M. woonde destijds in Mijdrecht. Hij werd vorig jaar aangehouden, omdat hij een huisgenoot dreigde te vermoorden. Tijdens het politieverhoor bekende hij toen spontaan de brand in de stomerij te hebben gesticht.
Politie en brandweer gingen er destijds vanuit dat de brand was ontstaan door een technische mankement. In de schakelkast bij de broekenstoommachine zou kortsluiting zijn ontstaan. Maar forensische experts hebben alle onderzoeksgegevens en beelden van de brand zorgvuldig onderzocht en komen tot de conclusie dat het scenario van de verdachte beter bij de oorzaak past dan de oorspronkelijke vermoedens.
Lothar M. zei in de Utrechtse rechtbank dat hij al jaren gewetensnood heeft door de dodelijke brandstichting. De beelden zouden dagelijks door zijn hoofd spoken. Hij had al die jaren gezwegen, omdat hij zijn moeder geen pijn wilde doen. Nadat zij was overleden, wilde hij schoon schip maken. Zijn bekentenis maakte vorig jaar in Mijdrecht veel los. “Ik krijg helemaal kippenvel”, reageerde een vrouw die in de winkel ernaast werkte. Toch werden er ook vraagtekens gezet bij Lothar’s bekentenis. Ondersteunend bewijs was nodig om zijn verklaringen te bevestigen.
Videofragment na bekentenis vorig jaar:
De Lothar M. is een bleke, magere man met kaalgeschoren hoofd en een opvallende tatoeage in zijn hals. Gekleed in een donker trainingspak was hij er duidelijk op gebrand om eindelijk in de rechtbank zijn verhaal te kunnen doen. Een speciale reden voor de brandstichting werd uit zijn verklaring niet duidelijk. In de nacht van 12 op 13 april 2008 was hij na een nacht drinken in bar Adelhof in een nabijgelegen shoarmazaak wat gaan eten. Vervolgens dwaalde hij wat rond door het centrum van Mijdrecht.
Bij twee historische panden in de Dorpstraat klom hij aan de achterzijde van de stomerij over de schutting. Op de binnenplaats barricadeerde hij de achterdeur met een plastic tuinstoel. Hij gooide vervolgens rondslingerend afval onder de stoel, dat hij met zijn aansteker in brand stak. Daarna zou hij een rondje rond het blok hebben gelopen. Toen hij weer aan de achterzijde kwam zouden de vlammen al uit het pand zijn geslagen.
Lothar M. zegt dat hij binnen iemand hoorde schreeuwen en nog tevergeefs heeft geprobeerd de voordeur van het pand in te trappen. Toen hij de sirene’s van de brandweer hoorde, zou hij weg zijn gelopen. De stomerij en de naastgelegen woonwinkel werden volledig verwoest. Het lichaam van meneer Brouwer, de eigenaar van de stomerij, werd die ochtend gevonden. Hij zou zijn overleden door het inademen van de rook.
De verdachte zegt dat hij niet wist dat er iemand boven het pand woonde. Hij heeft ook bekend dat hij in de periode dat hij in Mijdrecht woonde meerdere coniferenhagen in brand heeft gestoken. Voor een deel van die brandstichtingen vindt het OM het aannemelijk dat M. de dader is geweest.
M. heeft een zware jeugd gehad en raakte als tiener al aan drank en drugs. Hij is ook al eerder veroordeeld voor brandstichting. Deskundigen van het Pieter Baan Centrum hebben verschillende stoornissen bij hem vastgesteld die hem tot een gevaar voor de samenleving maken. Hij lijdt ook aan ‘pseudologica fantastica’. Dat houdt in dat iemand voortdurend liegt en grootspraak gebruikt om aandacht te krijgen. Deze afwijking maakt het in dit geval extra lastig om te bepalen of M. met zijn bekentenis de waarheid heeft verteld.
De doodsbedreiging waarvoor hij terecht stond was gericht op een huisgenoot in een woonpeenheid met speciale begeleiding in het Overijsselse Epse. In de rechtbank riep M. dat hij deze man nog steeds wil vermoorden, nu nog liever dan vorig jaar. De man zou hem naar eigen zeggen steeds hebben dwarsgezeten en zwartgemaakt. De medebewoner sprong na een ruzie van het balkon om aan M. te ontkomen, Tegen de rechters zei M. dat hij ook andere mensen iets aan wil doen en daarom geholpen moet worden.
De officier van justitie gaf aan dat het een lastige afweging was om tot een bewezenverklaring te komen, omdat in de bekentenis van de verdachte ook een schreeuw om hulp zit. Maar omdat branddeskundigen zijn verklaringen ondersteunen en hij zijn bekentenis een jaar lang heeft volgehouden, vindt zij die toch geloofwaardig.
Een lange gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging zijn volgens de officier nodig om brandstichting af te straffen en de maatschappij optimaal tegen de verdachte te beschermen. De tbs-maatregel zou ook opgelegd moeten worden als de rechtbank alleen de doodbedreigingen bewezen vindt. Verder zou M. 1.000 euro schadevergoeding moeten betalen aan de eigenaresse van de verwoeste woonwinkel in Mijdrecht.
Lohar M. zelf hamert er al maanden op dat hij een intensieve behandeling nodig heeft. De verdediging maakte dan ook geen punt van gedwongen opname in een gesloten tbs-kliniek.De advocaat vroeg wel om een kortere gevangenisstraf, zodat de behandeling zo snel mogelijk kan starten.De rechtbank doet over twee weken uitspraak, op dinsdag 1 maart
Bron: RTV Utrecht: OM eist 7 jaar cel en tbs voor man die fatale brandstichting in Mijdrecht van 14 jaar geleden opbiechtte
Studio
Rendementsweg 10d
3641 SK Mijdrecht
E-mail
redactie@rtvrondevenen.nl
Telefoon Redactie
0297 - 286004