Afgelopen weekend was het opnieuw raak: niet één maar twee keer ontplofte een explosief bij een woonhuis. In de nacht van zaterdag op zondag was er een ontploffing in Utrecht Leidsche Rijn én een in Wilnis. In Utrecht werd één aanhouding verricht, in beide gevallen vielen geen gewonden.
Het lijkt de laatste tijd opvallend vaak raak te zijn met explosieven voor of rondom woonhuizen. Eerder deze maand nog twee keer in Utrecht, en afgelopen zomer in onder andere Tienhoven, Hoef en Haag en, net buiten de provincie, Huizen. Is er inderdaad sprake van een stijging? En hoe ga je daar als gemeente mee om?
Burgemeester Maarten Divendal van gemeente De Ronde Venen, waar Wilnis onderdeel van is, had de volgende ochtend direct contact met omwonenden. “Zoiets wil je natuurlijk niet meemaken, dat geeft een onveilig gevoel.” Hij vertelt dat hij veel vragen van buurtbewoners kreeg na afgelopen weekend. “Vanzelfsprekend. Ze willen weten waarom hier? En hoe nu verder? Maar dat zijn vragen die je niet 1, 2 ,3 kunt beantwoorden. Die sla je goed op en daar ga je mee aan de slag.”
In augustus bleek uit cijfers van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) dat er vaker geïmproviseerde explosieven worden gebruikt bij aanslagen op huizen en voertuigen. Terwijl daar eerst vaker handgranaten voor werden gebruikt.
Dat beeld herkent ook Katharina Krüsselmann. Zij doet momenteel haar promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden. Eerder heeft ze samen met hoogleraar Marieke Liem onderzoek gedaan naar het neerleggen van handgranaten bij panden. “Tussen 2018 en 2020 zagen we het gebruik van handgranaten toenemen, maar die ontploften vaak niet.”Maar de afgelopen twee jaar hebben criminelen de handgranaten ingeruild voor zelfgemaakte explosieven.”
En die lijken veel vaker ook daadwerkelijk te ontploffen”, legt Krüsselmann uit. En dat is volgens haar ook meteen de reden waarom het de laatste tijd steeds vaker raak lijkt te zijn. “Een ontploffing valt natuurlijk meer op dan een niet-ontploft explosief voor iemands deur.”
Bij dergelijke incidenten besluiten burgemeesters vaak dat een woning tijdelijk gesloten wordt.Dat gebeurde bijvoorbeeld na explosies in Hoef en Haag en Tienhoven.Maar of dat in Wilnis ook gaat gebeuren, kan Divendal nog niet zeggen. Volgens hem moet er eerst goed onderzoek worden gedaan, bijvoorbeeld naar wat voor soort explosief er is ontploft.
Pas na onderzoek kan iets worden gezegd over de aanleiding en achtergrond van de ontploffing en of het in het belang van de veiligheid is om het pand tijdelijk te sluiten. Daarbij weegt de burgemeester ook mee dat diegene bij wie het explosief voor de deur wordt geplaatst in het geval van woningsluiting nóg eens slachtoffer wordt. Daarom is Divendal extra voorzichtig met die maatregel, zegt hij. “Maar iedereen moet zich ook veilig voelen. Ik neem het heel serieus.”
Het sluiten van woningen is volgens Krüsselmann juist één van de redenen voor criminelen om ergens een explosief te plaatsen. “Het is een erg effectief middel om iemand af te persen of te bedreigen. Want wat we heel vaak zien, is dat er een explosief voor een winkel, huis of bar wordt neergelegd. Het eerste wat een burgemeester dan doet, is het pand sluiten.”
Krüsselman denkt overigens niet dat burgemeesters, politie of justitie heel veel anders kunnen. “Voor het onderzoek en vanwege de veiligheid van bewoners en omwonenden, moet het pand wel worden gesloten”, legt ze uit. Bovendien is het aanpakken van het probleem volgens haar erg complex. “We zien dat bij veel van deze zaken ook de slachtoffers een link met het crimineel milieu hebben en daarom niet happig zijn om met de politie te praten.”
Daarnaast is het ook lastig om een dader te pakken te krijgen. “Een explosief is vaak klein en kan door iedereen worden neergelegd. Bovendien worden door de explosie ook nog eens veel sporen vernietigd. En als de dader dan wel wordt gevonden, is het vaak iemand anders die erachter zit.” Ze verwijst ook naar het incident in Utrecht dit weekend: “Daar is nu een 16-jarige voor opgepakt. Of diegene nou echt de bom in elkaar heeft gezet, is natuurlijk de vraag.”
Burgemeester Divendal durft op basis van de meest recente incidenten niet te zeggen of er sprake is van een toename aan explosies bij huizen in de regio. Maar het onderwerp staat zeker op zijn agenda en die van collega-burgemeesters, vertelt hij.
Eerdere voorvallen werden bijvoorbeeld in groter verband besproken, aldus Divendal. Dat gebeurt vooral in de RIEC’s, de Regionale Informatie- en Expertise Centra. Binnen dat samenwerkingsverband overleggen onder andere gemeentes, het Openbaar Ministerie en de politie met elkaar. Zo wordt informatie over specifieke incidenten gedeeld zodat onder andere onderlinge verbanden kunnen worden gelegd. “Dit soort ondermijning stopt namelijk niet bij de gemeentegrens.” Ook gebruiken burgemeesters het overleg om kennis en expertise uit te wisselen.
Burgemeester Divendal kan zich bijvoorbeeld op informatie uit dit overleg baseren bij zijn beslissing om de woning in Wilnis wel of niet tijdelijk te sluiten. Maar voor die tijd wil hij bovenal meer informatie over het incident. “We wachten nu op wat er voortkomt uit het politie-onderzoek.” De komende week worden de bij de ontploffing beschadigd geraakte woningen opgeknapt, in de tussentijd moet de burgemeester zich beraden op een eventuele woningsluiting.
Studio
Rendementsweg 10d
3641 SK Mijdrecht
E-mail
redactie@rtvrondevenen.nl
Telefoon Redactie
0297 - 286004