De Ronde Venen heeft opvallend weinig speeltuinen

Kinderen in De Ronde Venen hebben minder speeltuinen in de buurt dan hun leeftijdsgenoten in vergelijkbare gemeenten. Dat blijkt uit onderzoek van ‘Uit met kinderen’ en het Mulier Instituut. Voor het onderzoek zijn bijna 33.000 speeltuinen in Nederland bekeken, op basis van vermeldingen op Google Maps en OpenStreetMap. Die data zijn gecombineerd  met bevolkingscijfers om te berekenen hoeveel speeltuinen er per duizend kinderen zijn, en hoe goed ze bereikbaar zijn.

Hoewel het aantal kinderen in De Ronde Venen al jaren ongeveer gelijk blijft en zelfs zal toenemen, blijft het aantal speelplekken achter. Vergeleken met vijftien soortgelijke gemeenten scoort De Ronde Venen laag: in twaalf daarvan is de bereikbaarheid van speeltuinen beter geregeld. Slechts twee gemeenten doen het slechter.

Speeltuinen alleen zijn niet genoeg, benadrukken onderzoekers van het Mulier Instituut. Kinderen willen gevarieerde en uitdagende speelplekken. Denk aan hoge toestellen, ruimte om te voetballen of gewoon takken om mee te slepen. Maar belangrijker nog: er moeten genoeg andere kinderen zijn om mee te spelen. Dat vraagt om een speelvriendelijke omgeving, met bankjes, schommels en plekken waar je even kunt uitrusten.

Volgens het Mulier Instituut is buitenspelen essentieel, juist nu steeds meer kinderen kampen met overgewicht en schermtijd toeneemt. Meer en betere speelplekken kunnen daarbij het verschil maken.

 

 

De Ronde Venen