Dierenambulance slaat alarm om vogelgriep: “Het is één voor twaalf”

Een groeiende groep dierenambulancemedewerkers luidt de noodklok over de situatie rond vogelgriep. Zij zien een sterke toename van besmette dieren en voelen zich onvoldoende gehoord. Vooral de recente besmettingen bij jonge katten zorgen voor extra onrust.

Zorgen stapelen zich op

Volgens de medewerkers neemt het aantal zieke vogels al weken toe. Zij spreken van een situatie die richting een epidemie beweegt, terwijl ondersteuning vanuit de overheid uitblijft. Kaarten met besmettingslocaties blijven achter en het testcentrum DWHC kan de toestroom nauwelijks aan, waardoor signalen over de ernst van de situatie volgens hen niet goed doorstromen. “Na vijf weken ruimen in het veld zitten we er emotioneel helemaal doorheen. We voelen ons niet gehoord,” zegt een betrokkene.

Kosten en risico’s voor eigen rekening

Naast de emotionele belasting lopen de kosten op. Dierenambulances moeten zelf betalen voor beschermingsmiddelen zoals schorten, ontsmetting en matten. Dat wringt extra omdat medewerkers dagelijks in aanraking komen met mogelijk besmette dieren.

Het steekt dat het risico voor beroepsgroepen als jagers en poeliers inmiddels als ‘gemiddeld’ wordt ingeschat, terwijl dierenambulances dezelfde blootstelling ervaren. “Wij komen er elke dag meerdere keren mee in aanraking, maar moeten wél zelf onze bescherming bekostigen,” klinkt het.

Druk op de organisaties

Dierenambulances melden dat collega’s in het hele land vergelijkbare problemen ondervinden. Het werk draait om het helpen van dieren, niet om ruimen, benadrukken zij. De medewerkers vragen daarom dringend om landelijke aandacht, betere ondersteuning en duidelijker informatievoorziening.

Eerder waarschuwden zij al voor de oplopende besmettingen. Met de nieuwe gevallen bij katten groeit de roep om actie. De boodschap is duidelijk: de rek raakt eruit en er is snel hulp nodig.

De Ronde Venendierenambulancevogelgriep