Eilandjes in de Vinkeveense Plassen zinken langzaam weg. Zonde én gevaarlijk, volgens natuurvereniging De Groene Venen. Ze bedachten een oplossing. Gerard Korthals vaart al zijn hele leven op de Vinkeveense Plassen. Met een klein wit bootje trotseert hij de hoge golven. Het weer is onstuimig, om de haverklap komt er een regen- of hagelbui over. Windvlagen rukken langs de voormalige legakkers.
“Toen ik klein was, was dit een en al eiland.” De voorzitter van natuurvereniging De Groene Venen gebaart om zich heen. Nu zie je steeds meer lege plekken tussen de langgerekte legakkers. Ooit waren het eilanden, nu zie je ze alleen als je gaat snorkelen. Als kleine bergjes op de bodem van het meer, soms tot vlak onder het wateroppervlakte. Korthals wijst naar het water. “Kijk, daar zie je de bodem.” De wind waait het bootje naar achteren en hij moet snel gas geven om niet vast te lopen. Zeker met een zeilboot, die dieper steekt, loop je hier zo aan de grond.
De Vinkeveense Plassen zijn ooit ontstaan door de afgraving van veen. De natte turf werd op langwerpige eilanden te drogen gelegd. Dat zijn de legakkers die je nu nog in het water ziet liggen. Later werd, om de Bijlmer en de A2 te bouwen, ook nog heel veel zand uit de plas opgezogen. Dat stopte abrupt in 1975, toen per ongeluk een heel eiland inclusief toren in het grote gat verdween.
Die zandwinning had grote gevolgen. Op sommige plekken is de plas wel 50 meter diep. Dat is een van de redenen dat de oude legakkers langzaam wegzakken. Én die grote diepte zorgt voor hoge golven, die de oevers van de eilanden wegslaan. Korthals heeft samen met zijn natuurvereniging een oplossing bedacht voor de gezonken eilanden: vissenbossen. Om ze zichtbaar te maken voor bootjes hebben ze bovenop de oude legakkers rijen houten palen de grond in geslagen. Daartussen liggen takken, vanaf de bodem tot net boven het water.
Zeilers zien zo duidelijk waar de voormalige legakkers liggen. En volgens Korthals is zo’n onderwaterrif goed voor de biodiversiteit. “Je ziet dat onder water een heel ander leven begint te ontstaan.” Mosseltjes, bacteriën, sponsjes, kreeftjes en natuurlijk vissen. Die kunnen hier schuilen voor bijvoorbeeld aalscholvers, maar ze gebruiken het ook om te eten of eitjes in te leggen. Ook vogels weten de vissenbossen te vinden. Een kolonie kokmeeuwen heeft zich op het rif gevestigd. Tussen de takken ligt een nest met drie eitjes. “Deze is pas een paar maanden geleden aangelegd, en ze zitten nu al te broeden!”, aldus een enthousiaste Korthals.
Sommige mensen hebben voorgesteld de gezonken legakkers gewoon weg te baggeren, zodat je er makkelijk overheen kunt varen. Maar dat is volgens Korthals geen goed idee. “Dan krijg je nog meer golven, en het is slecht voor de natuur onder water.”
Om te voorkomen dat nog meer legakkers afbrokkelen en zinken heb je goede beschoeiing nodig. Dat is een goede constructie die de oever beschermt tegen golven. Dat ontbreekt bij veel eilanden. Gemeente De Ronde Venen heeft de afgelopen jaren veel legakkers verkocht met het idee dat particuliere eigenaren de eilanden beter konden onderhouden dan de gemeente zelf. Dit blijkt niet overal goed te gaan. Goede beschoeiing kost geld en tijd, en niet iedereen heeft dat ervoor over. “Als je hier niks doet, dan is dit eilandje over een paar jaar verloren.” Korthals wijst naar een stukje land van nog geen meter breed, dat misschien dertig centimeter boven het water uitsteekt. “De bomen zijn veel te hoog. Die moet je snoeien, anders vallen ze om en dan nemen ze een stuk land mee.”
Ernaast ligt een eiland dat wel net spiksplinternieuwe beschoeiing heeft. “Als je mazzel hebt, gaat dat tien tot twintig jaar mee, maar het is wel erg duur.” Korthals denkt dat zijn vissenbossen hier ook goed zouden kunnen werken, als een soort van beschermende wand naast het eiland. “Dat scheelt veel golven, en het is beter voor de dieren. Want op zo’n verticale hardhouten of plastic beschoeiing leeft helemaal niks.”
Vroeger deden de oude Vinkeveners dat ook, volgens hem. Die hadden helemaal geen geld voor dure hardhouten beschoeiing, dus sloegen ze paaltjes en vulden ze het op met takken van knotwilgen. Een goedkope oplossing maar wel een die je iedere vier jaar moet aanvullen. Korthals snapt zelf ook wel dat niet iedereen daar zin in heeft, maar toch hoopt hij dat sommige eilandeigenaren het gaan doen.
Binnenkort gaat hij de vissenbossen laten zien aan wat belangrijke ambtenaren van de gemeente. Hij hoopt dat ze uiteindelijk worden opgenomen in het langverwachte nieuwe bestemmingsplan voor de Vinkeveense Plassen, dat als het goed is dit jaar gepresenteerd wordt.
Studio
Rendementsweg 10d
3641 SK Mijdrecht
E-mail
redactie@rtvrondevenen.nl
Telefoon Redactie
0297 - 286004